We moesten al om 6 uur ’s ochtends vliegen vanaf Schiphol. Dit hield in dat we midden in de nacht uit Joure waren vertrokken en dus maar een nachtje moesten overslaan. Dat zouden we in de vakantie wel weer inhalen.
Om 10 uur landen we op La Palma. Op het vliegveld stond onze auto (Renault Clio) al klaar en konden we op zoek naar ons huisje in El Paso. Hoewel we een plattegrondje hadden met de locatie was het niet te vinden. Uiteindelijk heeft een “local” ons naar de plaats van bestemming gebracht, ook pas nadat hij het een paar keer aan anderen moest vragen. Straten op het plattegrondje waren zulke kleine steegjes dat we de spiegels van de Clio moesten inklappen om in te rijden.
Onze Casa Olga was een oud huis van meer dan 100 jaar wat recentelijk was gerenoveerd. Het zag er prima uit en de meeste voorzieningen waren aanwezig. Er is een grote tuin met joekels van palmen en sinaasappelbomen. De sinaasappels waren hartstikke rijp en vers uit de boom smaakten ze voortreffelijk.
Nadat we boodschappen in het dorp hadden gedaan en ons helemaal hadden gesetteld in het huisje zijn we naar Los Llanos gegaan om kennis te maken met het duikhuis Casa De Buceo. Via internet hadden we al de eerste contacten gelegd. Het duikhuis wordt gerund door twee Nederlanders, Joost en Nanneke, die zich op La Palma hebben gevestigd. We werden uiterst vriendelijk ontvangen en maakten een planning wanneer we zouden gaan duiken.
De eerste duikdag hebben we vanwege de weersomstandigheden aan de oostkust gedoken bij het strand van Los Cancajos. Het strand bestaat uit zwart lavazand en werd beschermd door grote betonnen golfbrekers. We maakten twee duiken over verschillende parkoersen langs de golfbrekers en rotspartijen. We hebben redelijk wat vis gezien, waaronder een grote rog, octopus, diverse schorpioenvissen, grote spinkrabben, scholen sardientjes, papegaaivissen en grote slijmvisjes. Er werd geklaagd over het slechte zicht van ca 20 meter, wij hebben ons maar wijselijk stil gehouden. De watertemperatuur was bijna 22 graden, maar met een 7 mm zonder cap was het koud. Tjerk werd door de 2e duik min of meer door de kou bevangen en is hierdoor een paar dagen van slag geweest.
Tjerk was de volgende dag nog niet hersteld, zodat ik alleen de ochtendduik heb gemaakt en we de middag wat anders konden ondernemen. Die duik was ook aan de oostkant, bij het kleine vissersdorpje La Bajita, net onder de landingsbaan van het vliegveld. Dit was een leuke duikstek met veel begroeiing waar we ondermeer een octopus, sepia, murenen, grote spinkrabben en schorpioenvissen hebben gezien.
Die middag zijn we naar het uiterste zuiden van het eiland gereden om de zoutpannen en de vuurtorens bij Fuencaliente te bezoeken. Tijdens de rit werd het ons duidelijk welke natuurrampen zich afgelopen periode hebben afgespeeld op dit eiland. In de zomer heersten er grote bosbranden, waarvan we de gevolgen nog duidelijk konden zien. Hele hellingen waren platgebrand en de zwartgeblakerde bomen die er nog stonden gaven een sinister schouwspel. Alles werd nog verergerd door het noodweer van vorige week. Er is toen zoveel neerslag gevallen dat er aardverschuivingen op de hellingen zijn geweest. Door de bosbranden waren veel bomen vernietigd, zodat de wortels de grond geen houvast meer konden geven. Op sommige hellingen waren wel sleuven van een meter diep uitgespoeld. Vele stukken weg waren weggeslagen en de hoofdweg aan de westkust was daardoor nog steeds afgesloten.
Oudejaarsdag hebben we een toertje naar de noordkant gemaakt. Je merkt dan pas hoe grillig, ongerept en verschillend de natuur op het eiland is. Net als in het zuiden zijn er aan de westkust heel veel bananenplantages. Meer landinwaarts zijn er regenwouden van laurier- en pijnbomen. In het noordoosten zijn er weer veel druivenplantages, waar heerlijke wijnen worden gemaakt. Onderweg hebben we een heerlijk kopje koffie gedronken in San Andrès, een klein schilderachtig dorpje. Hier waren nauwe, met kinderkopjes geplaveide straatjes en een gezellig kerkplein.
Oudejaarsavond zijn we het dorpje El Paso in geweest, maar daar was niet veel te beleven. Ook het grote vuurwerk dat we hadden verwacht viel behoorlijk tegen. Vanaf ons terras hadden we een schitterend uitzicht over Los Llanos, maar daar bleef het beperkt tot een aantal mooie vuurpijlen.
Nieuwjaarsdag zijn we naar de hoogste punt van het eiland geweest, Roque de los Muchachos. Op zo’n 2.400 meter is hier ook een sterrenwacht gevestigd. We bereikten dit via een goed berijdbare steile en vooral bochtige weg die ons langs vele fotogenieke plaatsen bracht. Op zo’n 1.500 meter hoogte reden we door de wolken heen, wat met al die grote pijnbomen een sprookjesachtige sfeer gaf. Op de top zaten we ruim boven het wolkendek en hadden we een schitterend uitzicht in de krater Caldeira de Taburiente. Ook hier viel het op hoe ruig het landschap eigenlijk is.
Op 2 januari hebben we nog 2 duikjes gemaakt. De eerste duik was tevens mijn 900e! We doken aan de uiterste zuidpunt van het eiland vlak bij de zoutpannen, Las Cabras. Ook op deze duikstek veel rotsen met begroeiing en een grote variëteit aan vis, waaronder octopus, sepia, rog, diverse murenen en schorpioenvissen.
Ik heb 5 duiken gemaakt in La Palma. Het duiken is uiteraard niet te vergelijken met Indonesië of de Filippijnen, maar ik heb me uitstekend vermaakt onder water. De onderwaterlandschappen zijn ruig en mooi, er is redelijke visrijkdom en het zicht is uitstekend. Daarnaast was het duiken uitstekend verzorgd door duikhuis Casa De Buceo, met name door de enthousiaste begeleiding en verzorging door onze gids Nanneke.
De dag voor vertrek hebben we de westkant van het eiland nog verkend. Het eerste doel was de havenplaats Tazacorte, een oud vissersplaatsje dat steeds meer wordt ingebouwd door appartementen en hotels. Ook hier waren de gevolgen van het noodweer van vorige week nog duidelijk zichtbaar. Al het water van de steile rotsen en bergen spoelde via de “kloof der angsten” naar zee en had in het dorp een hele straat weggespoeld.
Vervolgens zijn we de westkust afgedaald naar Puerto Naos en El Remo. Deze plaatsen waren een wereld van verschil, het Puerto Naos met zijn drukke stranden en grote hotels tegenover El Remo met zijn kleine vissershuisjes.
We hebben ook nog de vlooienmarkt in Los Llanos bezocht. Hier hadden opvallend veel hippies (en Duitsers) een kraampje waar ze zelf gemaakte prullaria of meditatiesessies aan de man probeerden te brengen.
Het eiland kende behoorlijke temperatuurverschillen. Aan zee kon de temperatuur oplopen tot een aangename 24 graden, terwijl we in de bergen temperaturen van 9 graden hebben meegemaakt. We hebben ook meegemaakt dat het aan de ene kant van het eiland regende en wanneer je door de tunnel naar de andere kant reed daar de zon volop scheen.
Na een weekje La Palma begrijpen we waarom het eiland ook wel “La Isla Bonito” wordt genoemd. Met zijn overweldigende natuur, schilderachtige oude plaatsjes, leuke duiken, vele wandelmogelijkheden en aangename temperaturen kun je gemakkelijk inspanning en ontspanning combineren. Wij komen vast wel weer eens terug.