In 2001 en 2002 was ik al eens in de tentenkampen van Marsa Shagra en Wadi Lahami van Red Sea Diving Safari geweest. In november 2006 werd het weer eens tijd om deze kampen met een bezoek te vereren.
De eerste week bivakkeerden we in het tentenkamp van Marsa Shagra, dat zo’n 30 km zuidelijk van vliegveld Marsa Alam ligt. De tweede week zaten we in Wadi Lahami, wat weer 150 km zuidelijker ligt.
Beide kampen lijken in opzet op elkaar. Primair is er een tentenkamp maar in beide plaatsen zijn er ook wat luxere accommodaties in de vorm van stenen huisjes. In beide kampen zijn er centrale sanitaire voorzieningen, die voortdurend goed schoon worden gemaakt. Er wordt ook centraal gegeten, waarbij het veel grotere Shagra met zijn buffetten nog diverse keuzes heeft, maar in Lahami eet je wat de pot schaft. Verder zijn er afhaalbalies voor koffie, thee, frisdrank en bier. Uitgezonderd de alcoholische dranken is alles all-in de prijs. Voor duikers zijn er meer dan voldoende faciliteiten, inclusief decotank in Shagra. Ga er wel vanuit dat er in de omgeving van de beide kampen weinig tot geen faciliteiten te vinden zijn als internetcafe’s, disco’s, gezellige restaurantjes e.d.. Maar die hebben we in die periode ook helemaal niet gemist.
Het duiken in Marsa Shagra gebeurt grotendeels vanaf de kant. Voor het huisrif kun je zo het water inlopen en gaan duiken. Het is ook mogelijk met zodiacs iets verder op het huisrif te gaan duiken. Je kan dan op elk moment van de dag worden afgezet en opgehaald als je dat aan de duikleiding doorgeeft. Duiken was nog nooit zo eenvoudig!
Het huisrif is een schitterend rif. Ondanks de vele duikers is het nog in prima conditie. Op het huisrif kom je echt van alles tegen zoals witpunt rifhaaien, schorpioenvissen, roggen, schildpadden, (reuze)murenes, barracuda’s, krokodilvissen en ook het kleinere spul als slakjes, anemoonvisjes, krabbetjes en kreeften zijn er in overvloed.
Verder zijn er ’s morgens en ’s middags truckduiken naar andere stekken in de buurt. Deze duiken maken onderdeel uit van het duikpakket. Daarnaast worden tegen extra betaling boottochten georganiseerd naar Elphinstone en Dolphin House.
Naast een aantal schitterende duiken op het huisrif zijn we met de truck onder andere naar Abu Dabab geweest. Deze stek bestaat voor een groot deel uit een zeegrasveld en de kans bestaat dat je er een doejong (zeekoe) tegenkomt. Helaas troffen we doejong niet aan, maar we kwamen wel o.a. een grote schildpad, sepia’s en een gitaarrog tegen. De groep die er de volgende dag ging duiken trof hem wel aan.
Ook Elphinstone stond op ons verlanglijstje. ’s Ochtends om 6.00 uur vertrokken we met de zodiac op een gladde zee naar het rif. Na ca 20 minuten varen kwamen we daar aan en het was er al druk met andere duikboten. Gelijk toen we in het water sprongen kwamen we al een oceanic whitetip tegen. Vanwege de grote drukte was er verder geen groot wild, maar het rif zelf is ook mooi begroeid met koralen en zakpijpen en een overvloed aan vis.
We hebben op het huisrif schitterende nachtduiken gemaakt. Er was voldoende te zien, zoals jagende reuzemurenes, Spaanse danseressen, krokodilvissen, sterrekiekers, schorpioenvissen en allerlei soorten krabbetjes en kreeftjes. Deze duiken waren in mijn ogen mooier dan de duiken overdag.
Na een week vertrokken we naar het kamp Wadi Lahami. Alle duiken gaan hier met grote rubberboten. Na het ontbijt vertrekken de boten om 06.30 uur voor twee duiken naar verder weg gelegen riffen, waarbij het oppervlakte interval in de rubberboot wordt doorgebracht onder het genot van een kopje koffie met cake. ’s Middags maakten we na de lunch en de siésta nog een derde duik op riffen dichterbij de kust. De nachtduiken werden ook met de boot op het huisrif gemaakt.
De eerste dagen hadden we nog last van de harde wind en de daarmee gepaard gaande hoge golven. Hoewel de schippers uitstekend met die golven kunnen omgaan, was het vaak wel behoorlijk stuiteren in de zodiac. ’s Ochtends was het meestal minimaal een half uur varen naar de mooie riffen van de Fury Shoal. Hier hebben we de meeste duiken gemaakt, want door het weer zijn we niet naar de nog verder gelegen riffen geweest. Dat was op zich niet erg, want de riffen van Fury Shoal hebben meer dan genoeg te bieden.
Op de riffen hier wordt al wat drukker gedoken, want de liveaboards van de (diep)zuid safari’s weten ze inmiddels ook te vinden. Gelukkig zijn de riffen nog ongerept en onbeschadigd. Er is hier een grote variëteit in harde en zachte koralen, allerlei grote en kleine vissen. Het hele scala van de het leven in de Rode Zee kom je hier wel tegen.
De mooiste stekken vindt ik Claudia en Bloemen, waar je via diverse gangen en tunnels door het rif kan duiken. Ook de diverse riffen van Abu Galawa met hun mooi begroeide wrakjes zijn zeer zeker de moeite waard.
Op het kamp zelf kwamen regelmatig kamelen langs om van het spoelwater van de duikspullen te slurpen. Ze hadden kennelijk ontdekt dat dit een van de weinige plaatsen was met zoet water.
Naast het kamp was een groot mangrovebos. Hier zat ook veel leven en het was een mooie afwisseling om hier af en toe een wandelingetje te maken. Zo waren in een grote boom twee zeearenden aan het broeden en ook ijsvogels waren regelmatige gasten.
De laatste dag voor we naar huis gingen hebben we nog een kamelenmarkt bezocht in El Shalatin, wat vlak tegen de Soedanese grens aanligt. Dit is een van de grootste kamelenmarkten ter wereld, want zelfs vanuit Somalië en Soedan werden de kamelen aangevoerd. We hebben daar in ieder geval geleerd dat er drie soorten kamelen zijn, nl de zwarte voor het vlees, de bruine voor het werk en de witte kamelen voor de hardloopwedstrijden. Een kameel kost gemiddeld zo’n euro 350, wat in die landen een behoorlijk fortuin is.
Tijdens onze excursie op de kamelenmarkt en de trip door het dorp hadden onze gidsen enkele lokale mensen ingehuurd om de bedelende kinderen uit onze buurt te houden. Bij het vertrek hebben we ze toch wat gegeven, want het was daar echt pure armoede.
Al met al hebben we twee schitterende weken gehad. Ik heb daar voor de statistieken mijn 600e duik gemaakt, mijn 100e duik van 2006 en mijn 100e duik in Egypte. Hadden we in ieder geval weer wat redenen om ’s avonds een extra biertje te drinken.